-
1 tromper
tromper [trõpee]1 bedriegen ⇒ misleiden, bedotten♦voorbeelden:c'est ce qui vous trompe • daarin vergist u zich→ temps4 tromper la, sa faim, soif • de eerste honger, dorst stillen♦voorbeelden:se tromper dans ses calculs • zich verrekenense tromper de numéro (de téléphone) • een verkeerd nummer draaiense tromper sur qn. • zich in iemand vergissensi je ne me trompe • als ik 't wel heb1. v1) bedriegen2) misleiden5) verdrijven2. se tromperv -
2 se tromper sur qn.
se tromper sur qn. -
3 méprendre
méprendre (se) [meeprãdr]1 zich vergissen ⇒ een vergissing begaan, niet kennen♦voorbeelden:se méprendre à, sur qc., sur qn. • zich in iets, iemand vergissen, iets, iemand miskennen -
4 se méprendre à, sur qc., sur qn.
se méprendre à, sur qc., sur qn.zich in iets, iemand vergissen, iets, iemand miskennenDictionnaire français-néerlandais > se méprendre à, sur qc., sur qn.
-
5 ficher
1 doen ⇒ maken, uitvoeren♦voorbeelden:3 ficher qn. à la porte • iemand de deur uit zetten, gooien¶ va te faire fiche! • krijg de klere!je t'en fiche! • 〈 benadrukt tegenstelling tussen wat men verwachtte en de werkelijkheid〉dat had je maar gedacht!♦voorbeelden:se ficher qc. dans la tête • zich iets in het hoofd halense ficher de qn. • iemand voor de gek houdense ficher de qn., de qc. • lak hebben aan iemand, ietsse ficher en colère • driftig wordense ficher dedans • zich lelijk vergissen→ doigt————————ficher2 [fiesĵee]〈 werkwoord〉3 in een kaartsysteem opnemen ⇒ op fiches zetten, brengen♦voorbeelden:être fiché • geregistreerd zijn -
6 dedans
dedans [dədã]〈bijwoord; ook m.〉1 binnen ⇒ erbinnen, van binnen, erin♦voorbeelden:au dedans • van binnenau dedans de • binnen inau dedans de nous • in ons binnenstede dedans • van binnenla porte s'ouvre du dedans • de deur kan van binnenuit opengemaakt wordenen dedans • naar binnen, (van) binnenmarcher les pieds en dedans • met naar binnen gerichte voeten lopenen dedans de • binnenen dedans de lui-même • in zijn hartle dedans • de binnenkant, het binnenste
См. также в других словарях:
Ding — 1. Acht Dinge bringen in die Wirthschaft Weh: Theater, Putzsucht, Ball und Thee, Cigarren, Pfeife, Bierglas und Kaffee. 2. Acht Dinge haben von Natur Feindschaft gegeneinander: der Bauer und der Wolf, Katze und Maus, Habicht und Taube, Storch und … Deutsches Sprichwörter-Lexikon